Bij Dole Europe was de uitdagende verkeersprognose voor 2040 een eyeopener: “de mentaliteit moet echt om”

Dole Europe zocht een nieuwe locatie voor een distributiecentrum. Een plek waar meerdere bedrijfsonderdelen konden samenkomen. De locatielijst kwam op scherp te staan na een presentatie van het Havenbedrijf Rotterdam over de uitdagende verkeersprognoses rondom Rotterdam in 2040. Voor Michel Jansen, managing director van Dole Europe BV, verandert het blijvend zijn denken. “Wat op korte termijn werkt, gaat op lange termijn niet meer. De mentaliteit moet echt om”, zegt Jansen.

Met een totaalomzet van 10 miljard, is Dole het grootste fruitbedrijf ter wereld. Het is een samenvoeging van twee bedrijven: Dole en Total Produce. Jansen: “We zijn bezig om een centrale strategie voor de verschillende takken op te zetten, ook op het gebied van logistiek. Zo werken we onder andere aan het bundelen van de volumes die via de Rotterdamse haven binnenkomen.” Er zijn namelijk binnen de Dole groep verschillende bedrijven die elk hun eigen logistieke afspraken en dienstverleners hebben. “Dat is natuurlijk verre van efficiënt. Mijn opdracht is om die logistiek stromen samen te voegen.”

Het zoeken van een bereikbare locatie

Zo begint de zoektocht naar een distributiecentrum. “De afstand van de containerterminal naar de locatie is relevant, want simpel gezegd: hoe verder weg, hoe hoger de transportkosten,” zegt Jansen. Maar er is natuurlijk meer. “Als je het hebt over een vestgingsplaats, dan staat bereikbaarheid in de top 3 van elementen die bepalen of een locatie kansrijk is of niet. Het gaat niet alleen om de traditionele zaken zoals beschikbaarheid, bouwkosten, en of je je goederen kunt verplaatsen. Je eigen mensen en klanten moet er ook kunnen komen.”

Eén van de mogelijke locaties die Jansen op het oog had was het bedrijventerrein de Food Hub in Rotterdam aan het Calandkanaal: dichtbij de haven en geschikt voor multimodaal. Maar er kleefden ook nadelen aan. “Ik vond dat het eigenlijk te ver weg lag voor onze eigen mensen, maar ook voor klanten die voor een paar pallets fruit komen halen.” Kortom: niet bereikbaar genoeg op dit moment.

De verkeersituatie in 2040: een eyeopener

Maar dan hoort Jansen het Havenbedrijf Rotterdam spreken in een presentatie over de verkeerssituatie van Rotterdam en hoe ingrijpend die in 2040 zal zijn veranderd: de omgeving krijgt te maken met veel oponthoud en langdurige knelpunten. Jansen: “Dat was een eyeopener voor mij. Er zal naar allerlei oplossingen gekeken moeten worden om te voorkomen dat het permanent vaststaat in de ruit van Rotterdam. Ik denk niet dat veel bedrijven zich realiseren dat bereikbaarheid in de toekomst een probleem kan worden”. 

Het voordeel van een locatie zoals de Food Hub is dat het niet direct problemen ondervindt van de verkeerssituatie zoals die in2040 werd geschetst. “Dus je hebt een betere bereikbaarheid voor puur vrachtauto’s en een betere connectie met multimodaal. Maar je hebt er ook eerst meer ontwikkeling van het gebied nodig om er nu voor te kunnen kiezen. Er moet een cluster van bedrijven zijn, zodat je een soort magneetwerking krijgt. Dat kun je alleen realiseren als meer bedrijven de toekomstwaarde van zo’n soort locatie gaan zien.” 

Strategische lange termijn keuzes maken

Een locatie kiezen voor een distributiecentrum maken is een strategische keuze voor de lange termijn. Jansen: “Ook voor een grote onderneming is het best moeilijk om beslissingen te nemen die de lange termijn aangaan: we hebben te maken met de realiteit van deze maand, dit jaar, komende 2 tot 5 jaar. En we hebben nu een distributiecentrum nodig.” Jansen koos om die reden uiteindelijk niet voor de Food Hub, maar voor het reeds ontwikkelde Dutch Fresh Port. “We hebben een relatief korte termijn beslissing genomen: het is de triple A locatie voor groente fruit op dit moment. Tegelijkertijd zijn we ons nu wel bewust van de problemen die er op ons af gaan komen. Dan kan een locatie als de Food Hub alsnog interessant zijn.”

Pole position innemen

Er is dan ook iets fundamenteels verandert in het denken van Jansen sinds hij van de verkeersprognoses weet heeft: “Tijd en betrouwbaarheid zijn voor onze sector cruciaal. Daar heb je gewoon goede bereikbaarheid voor nodig. Daarom zijn we wel serieus naar de Food Hub aan het kijken voor andere mogelijke oplossingen binnen Dole. Daarbij maakt de toekomstige tunnel tussen Maassluis en Pernis het gebied ook interessant, omdat het arbeidspotentieel in het Westland in je bereik komt. Bovendien biedt het opties om gemakkelijk uit de ruit van Rotterdam weg te komen. Hoewel de locatie nu minder interessant is, kan wel degelijk interessant gaan worden; waardoor je je bedrijf op lange termijn misschien wel op pole position zet.”

Een gezamenlijke mentaliteitsverandering

Lange termijn denken in een sector die bij uitstek wordt geregeerd door de dag, hooguit het seizoen, creëert een spanningsveld. Waar ziet Dole Europe kansen om die spanning te verlichten? Jansen: “Ik denk dat met name de trein een kansrijke vorm van transport is, hoewel het nog wel een aantal knelpunten kent. Maar het vraagt ook om een stuk mentaliteitsverandering in de handel zelf. Als we bijvoorbeeld de trein in de toekomst kansrijk willen maken, dan moeten we daar ook in onze houding iets mee doen. Je kunt niet achterover gaan zitten leunen. Je hebt verladers en vervoerders samen nodig om tot een goed commercieel product te komen.”