'Omarm elkaars doelen: dan kom je samen verder'

Nico van der Mark is portefeuillehouder Verkeersmanagement en MT-lid bij ZHB. Op 1 februari gaat hij met pensioen en daarom blikken we met hem terug op zijn werkzame leven. Nico: “Waar ik heel blij om ben is dat ik altijd het vertrouwen heb gehad van collega’s en managers om de keuzes te maken die ik wilde. Dat vertrouwen heb ik als lijnmanager ook graag aan anderen gegeven. Tegelijk kijk ik met dankbaarheid terug naar alle mensen met wie ik heb samengewerkt en naar de organisaties waarvoor ik heb mogen werken. In het bijzonder ben ik ook dankbaar voor de collega’s, die er waren in tijden, dat het leven zich van de minder zonnige kant liet zien. Ik heb de gezondheid en de kracht gekregen om dit allemaal te kunnen doen en dat is niet iedereen gegeven.”

Mijn wegen

Na zijn studie civiele techniek aan de TU Delft met afstudeerrichting Verkeerskunde ging Nico in 1986 aan de slag bij gemeente Den Haag met het onderwerp verkeersonderzoek en verkeersprognoses. Hij had het daar prima naar zijn zin, maar in 1992 lonkte Rijkswaterstaat. Nico: “Daar heb ik verschillende functies bekleed. Zo ben ik projectmanager geweest voor de verbreding van de A4 Burgerveen-Leiden. Die verbreding lag net naast het spoor en dus was er een intensieve samenwerking met de HSL-collega’s. Daarna ben ik bezig geweest met de aanleg van de N11, Alphen aan den Rijn–Bodegraven. Grappig is dat die twee toch altijd “mijn wegen” blijven, als ik er overheen rijd. Maar toch…, hoewel ik veel heb geleerd van mijn jaren als projectmanager, wist ik op een gegeven moment ook: dit is niet mijn vak.”

Verkeer is een afwijking

“Ik ben geen jobhopper. Dan is het extra fijn als je de kans krijgt om uit te zoeken wat wel en niet bij je past. Verkeerskunde is een prettige afwijking. Als je eenmaal met dat onderwerp besmet bent, kom je er nooit meer vanaf. Maar dan wel wegverkeer he! De natte kant van Waterstaat heb ik altijd gemeden. In 2013 na een reorganisatie van de afdeling Advies kreeg ik de kans om aan de slag te gaan met netwerkmonitoring, een nieuw deelproces binnen RWS. Eerlijk gezegd wist toen geen mens was dat was. Uiteindelijk ontdekte ik dat er bij heel RWS slechts 5 tot 10 mensen mee bezig waren. Ik heb toen het initiatief genomen om landelijke samenwerking op te zetten. Een hele leuke pionierstijd!

Maar mijn hart ligt toch veel meer bij het lijnmanagement. Daarom ging ik in 2015 aan de slag als teamleider Regiodesk bij BEREIK! Later werd dat weer even adviseur verkeersmanagement van ZHB en vanaf november 2022 ben ik gelukkig weer terug in de lijn als portefeuillehouder Verkeersmanagement en MT-lid. Bij lijnmanagement ligt mijn hart. Ik vind het fijn om mensen te begeleiden, op het goede spoor te zetten en te laten groeien in hun beroep. Mijn dag is geslaagd als ik mensen coach en ik zie aan de andere kant van de tafel een blik van herkenning.”

Data en informatie gaan nog meer centraal staan

“Verkeersmanagement is door de jaren heen ongelofelijk veranderd,” zegt Nico. “In 2008 stuurde elke wegbeheerder vanuit zijn eigen laptop de verkeerslichten aan en men belde elkaar op bij wijzigingen. Nu zijn het gekoppelde systemen. In theorie kan elke wegbeheerder alle verkeerslichten in heel Zuid-Holland aansturen. Maar het geven van dat mandaat is nu nog een stapje te ver; daarom spreken we van een virtuele centrale. In de komende jaren gaan die data en de informatie veel meer centraal staan. Jongeren volgen de aanwijzingen op de drips nauwelijks op en houden zich vast aan Google+ en Waze. Onze opgave is na te denken hoe we met die omslag omgaan. Wil je de in-car informatie optimaal laten werken dan heb je nog zo’n 10 jaar nodig. Met zo’n opmerking maak ik mij niet populair. De auto-industrie, beleidsmakers en de service providers beweren dat die optimalisatie morgen rond is, maar dat is niet zo. Maar er is een ding zeker: het gaat wel komen. Dus moeten we er op voorbereid zijn. ”

Integraal plannen

“De samenvoeging van De Verkeersonderneming, Bereikbaar Haaglanden en Rijnland en BEREIK! was een kansrijke en slimme stap. Alle drie hadden ze de nodige know-how en technische kennis in huis. Als je dat goed samensmeedt heb je meerwaarde. En dat is ook gebleken. Vanuit de inhoud hebben we elkaar kunnen versterken. Het verkeer moet blijven rijden maar dat is geen taak van verkeersmanagement alleen. Dat kan als de reiziger met behulp van mobiliteitsmanagement goede keuzes maakt over het soort vervoer dat hij kiest en het tijdstip waarop wordt gereden. Daar heb je communicatie altijd bij nodig. Die drie versterken elkaar. Mooi is dat er nu in het gebied Zuid-Hollandse eilanden en Haven een integraal plan ligt. Zo ook bij de Spijkenisserbrug. Dat zijn de voorbeelden waar ik blij van word. De uitdaging is dat de collega’s van verkeersmanagement denken in termen van mobiliteitsmanagement en andersom. En daarbij ook denken in termen van communicatie naar reizigers. Denk met elkaar mee, geef aan wat je van de ander nodig hebt, en meld ook wat jij te bieden hebt. Dan krijg je een mooie mix. De kennis is er al, het gaat om het samenvoegen ervan. Ik zou eigenlijk medewerkers vanuit die verschillende disciplines (VM, MM, communicatie) willen oproepen om eens een middag met elkaar om tafel te gaan en dan kritisch een gebied bekijken. Niet vanuit de hinder die eraan komt, maar vanuit de expertise die wij het gebied kunnen bieden.”

Ga in elkaars schoenen staan

“Een eye-opener bij ZHB is voor mij het besef dat als je echt integraal wil werken dat je dan als VM’er moet nadenken hoe je vanuit VM de mobiliteitstransitie kan vormgeven en tot stand brengen. Hier lag altijd de kloof tussen VM en MM. MM richtte zich op de mobiliteitstransitie en VM op het oplossen van hinder. We moeten juist in elkaars schoenen gaan staan, elkaars doelen omarmen en communicatie erbij betrekken. Pas dan krijg je synergie en onderlinge interactie. Dan kan je ook een koppeling leggen tussen de RegioDesk en de slim reizen apps.”

Buschauffeur Nico

“Na mijn pensioen hoef ik mij niet te vervelen. Ik ben vrijwilliger op de buurtbus in Capelle aan den IJssel: lijndienst 605, 606 en 607. Dat is heel leuk om te doen en daar ga ik zeker mee door. Daarnaast krijg ik nu meer tijd voor mijn vrouw, de kinderen en de kleinkinderen en voor mijn hobby’s: fotograferen, orgel spelen en klussen. En dat klussen zal ik ook gaan doen als we begin 2025 verhuizen naar Deventer. De kinderen wonen daar rondom in de regio. Dus we verheugen ons om daar te gaan wonen.”