1, 2 3 of 4 wielen: de geschiedenis van de fiets

We kunnen ons geen leven zonder fiets meer voorstellen. Toch was er een tijd dat er nog geen fietsen bestonden! We duiken de historie in en vertellen je meer over de geschiedenis van de fiets.

1790 - 1819

Aan het einde van de 18e eeuw werd de eerste vorm van de loopfiets uitgevonden door de Franse journalist Louis Baudry de Saunier, de velociféra. Er zit aan die ontdekking een heel verhaal vast.

In 1816 mislukten wereldwijd alle oogsten en daardoor was er geen voedsel beschikbaar voor trekdieren. Dit wordt gezien als de belangrijkste reden waarom Karl Drais een vervoermiddel heeft ontwikkeld waar geen dieren aan te pas kwamen: de draisine. In het jaar daarna lukte het om 13 kilometer af te leggen met de draisine, in minder dan een uur.
De daaropvolgende jaren werd de draisine verbeterd door onder andere Denis Johnson in Londen. Er werd een welving aan het frame toegevoegd wat de loopfiets comfortabeler maakte. Omdat het frame een u-vorm kreeg, konden ook vrouwen, die destijds standaard lange rokken droegen, gebruik maken van de loopfiets. Omdat de draisine geen rem had, werd het gebruik van de loopfiets aan banden gelegd. Er gebeurden te veel ongelukken.

De MacMillan

Rond 1890 schreef James Johnston uit Dumfries, Schotland het volgende: "to prove that to my native country of Dumfries belongs the honour of being the birthplace of the invention of the bicycle”. Als we hem mogen geloven, zou de eerste fiets in 1842 in Dumfries dus zijn uitgevonden door Kirkpatrick MacMillan.

Er bestaat echter geen ander bewijs over tweewielers uit die tijd. Daarnaast zijn er brieven waaruit blijkt dat alle fietsen in 1868 drie of vier wielen hadden. De kans is dus groot dat de MacMillan fiets bij een idee is gebleven, maar nooit echt heeft bestaan.

1862 - 1870

Jaren later ontstond pas de eerste fiets die lijkt op de fiets zoals we hem nu kennen. Pierre Lallement maakte kinderwagens en zette het eerste ontwerp voor een fiets op.
De gebroeders Olivier en Pierre Michaux startten de eerste fietsfabriek en bouwden de fiets van Lallement met een ijzeren frame en wielen. Deze fiets had ook trappers, maar deze waren aan het voorwiel bevestigd, waardoor de fiets nog geen ketting had. Om hogere snelheden te bereiken, moest je steeds harder trappen.
De fietsen uit die tijd werden gemaakt van gietijzer en hadden geen vering, waardoor het fietsen alles behalve comfortabel was. Later werden kogellagers en rubberbanden toegevoegd, waardoor het fietsen comfortabeler werd.

De hoge bi

Rond 1870 werd daarom de ‘’hoge bi’’ uitgevonden. Je kent hem vast wel, de fiets met het gigantisch voorwiel. Het voorwiel moest groot zijn, om een redelijk verzet te krijgen. Het verzet is de afstand die de fiets aflegt, wanneer de pedalen één keer ronddraaien.
De hoge bi is bij verre de gevaarlijkste fiets die ooit heeft bestaan. Je zat als bestuurder erg hoog, waardoor je over het stuur vloog wanneer je abrupt stopte. Daarnaast kreeg je het advies om je benen op het stuur te leggen, wanneer je bergaf wilde. Wanneer je zou vallen, kon je jezelf dan namelijk beter opvangen. Ook was het zo goed als onmogelijk om zelfstandig af te stappen, wanneer je even een pauze wilde.

In 1984 legde Thomas Stevens een indrukwekkende 6.000 kilometer af op de hoge bi, in slechts 104 dagen. Het was dus zeker mogelijk om grote afstanden af te leggen, wanneer je een ervaren fietser was in die tijd. Stevens schreef het boek ‘’Rond de Wereld op een fiets’’ waaruit blijkt dat de hoge bi de eerste echte fiets was.

1868: De fietsketting

In de eerste jaren van de fiets, spreken we over loopfietsen zonder pedalen, of rijwielen waarbij de pedalen aan het voorwiel waren bevestigd. De horlogemaker André Guilmet tekende een kettingaandrijving en de Duitser K. Meyer bouwde de eerste fiets met kettingaandrijving naar het achterwiel. Omdat vroegere fietsen geen ketting hadden, was er ook geen overbrengingsverhouding. Een overbrenging is een beweging van het ene onderdeel dat overgebracht wordt op een ander onderdeel. In dit geval breng je dus de pedalen van je fiets in beweging, die door middel van tandwielen en een ketting zijn verbonden aan je achterwiel. Door je pedalen te bewegen, beweegt je achterwiel.
De overbrengingsverhouding is de verhouding van de omwentelingen van tandwielen in de aandrijving van de fiets. Door het gebruik van tandwielen, hoeft de pedaalrotatie niet meer hetzelfde te zijn als de omwenteling van het wiel. Door de overbrengingsverhouding konden fiets gemaakt worden met twee dezelfde wielen. 

1885: De Rover Safety

Aan het einde van de 19e eeuw, in 1885, werd de eerste fiets gemaakt die bijna hetzelfde is als de fiets zoals wij hem nu kennen. John Starley introduceerde toen de Rover Safety, een fiets met kettingaandrijving en twee gelijke wielen. Omdat je lager op de fiets zit en met je voeten bij de grond kunt komen, gebeurden er veel minder ongelukken. Daarnaast werden kogellagers ingezet, wat het fietsen nog soepeler maakte. In je fiets zitten op verschillende plekken kogellagers. In je voor- en achterwiel, maar ook in de trapas en de stuuras. Een kogellager in je fiets bestaat uit een kleine metalen ring met daarin een aantal metalen kogeltjes. Hier gaat een as tussenin, bijvoorbeeld je stuur. De metalen kogeltjes zorgen ervoor dat je stuur gemakkelijker draait. Wanneer de kogeltjes er niet tussen zouden zitten, schuurt je stuur over het metaal van het frame. Dit is erg stroef en veroorzaakt veel wrijving, waardoor het lastig is om je stuur te draaien. 
Drie jaar later werden de banden van de fiets nog vervangen. Voorheen waren ze van massief rubber, maar dat fietste niet comfortabel. Vanaf 1888 werden de luchtbanden van John Dunlops gebruikt, waardoor het fietsen veel aangenamer werd.

En nu?

En nu? Ook nu wordt er op het gebeievan fietsen nog veel ontwikkeld De E-bike is niet meer weg te denken, net als de speed pedelec en de fatbike.
Er is de afgelopen 200 jaar veel veranderd als het om fietsen gaat. De materialen die gebruikt worden, worden steeds sterker en lichter, en het netwerk van fietspaden groeit nog steeds. Omdat de moderne fietsen die we nu gebruiken zo goed zijn geworden, is fietsen een ontzettend slimme en gezonde manier van reizen. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de fiets gezorgd voor ontzettend veel invloed op onze maatschappij. De infrastructuur kreeg in elk geval in Nederland een grote update en door fietsen zijn er allerlei nieuwe vormen van sport ontstaan. Wat dacht je van de Tour de France bijvoorbeeld? Zonder de eerste fiets uit het einde van de 18e eeuw, was dat allemaal niet mogelijk geweest.
Daarbij worden er nog steeds allerlei records verbroken met moderne fietsen. Zo ging de topsnelheid van 13 km/u, 200 jaar geleden, naar wel 50 km/u vandaag de dag. Met de komst van de ligfiets werd die record zelfs opgeschaald naar 86 km in een uur!
De fiets is een ontzettend sterk staaltje techniek en het is niet voor niets zo’n geliefd vervoermiddel in Nederland.