MRDH: “Nadruk op verminderen en veranderen mobiliteit”

Binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH ) bundelen 23 gemeenten hun krachten om de regio te versterken. Duurzaamheid vormt een belangrijk onderdeel van het werk. Zo was de MRDH de eerste in Nederland die een regionaal mobiliteitsprogramma opstelde om te komen tot duurzame mobiliteit. Daarbij staan drie pijlers centraal: het verminderen, veranderen en verschonen van mobiliteit. “Waarbij voor ons de nadruk ligt op de eerste twee,” zeggen Raymond van Keerberghen en Joni Braas. “Als je met die twee pijlers aan de slag gaat, zijn er minder investeringen nodig in infrastructuur en in ruimtelijke ordening. Dan blijft er meer ruimte over om te leven, te werken en te recreëren.”

De 23 gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) werken aan twee kernwaarden: de verbetering van het economisch vestigingsklimaat en het verbeteren en verduurzamen van verkeer en vervoer. De MRDH voert daarnaast ook een aantal wettelijke taken uit, zoals de Brede Doel Uitkering voor het ov waarvan de MRDH concessiehouder is en de subsidies voor de gemeentelijke verkeersveiligheidsregelingen.

Bewust reisgedrag

Joni Braas is projectleider Mobiliteit: “Om de mobiliteit te verduurzamen werken van binnen naar buiten. Practise what you preach! Samen met onze medewerkers hebben we een richtlijn Duurzame mobiliteit opgesteld die uitgaat van bewust reisgedrag. Zo werken we 50% van de week thuis en 50% op kantoor. Onze locatie aan de Westersingel in Rotterdam is aangepast aan die manier van werken. Je komt er om met elkaar het gesprek aan te gaan, te discussiëren en om samen te werken. We hebben bewust gekozen voor een richtlijn: iedereen probeert zich er zo goed mogelijk aan te houden maar in de praktijk is het natuurlijk best wel eens puzzelen,” zegt Braas. “Het buiten de spits reizen met het ov is iets waar je aan moet wennen. En nu vaker hybride wordt gewerkt heb je deels ook weer reistijd. Dan ziet je agenda er weer anders uit. En dat vergt ook afstemming met de samenwerkingspartners.”

Vergaderingen tussen 10 en 3 uur

Raymond van Keerberghen, adjunct manager afdeling Verkeer vervolgt: “Thuiswerken moet gezond plaatsvinden en daar bieden we faciliteiten voor: medewerkers krijgen een vergoeding voor de aanschaf van middelen zoals een bureau of een bureaustoel en ze ontvangen een thuiswerkvergoeding. Voor zakelijke ritten die slecht met het OV bereikbaar zijn, staan er twee elektrische auto’s. In het woon-werkverkeer wordt lopen, fietsen en het OV vergoed. Onze vergaderingen worden gepland tussen 10 en 3 uur zodat iedereen, ook externen, in de gelegenheid zijn buiten de (ov)-spitsen te reizen. De druk op het ov was voorafgaand aan corona heel groot en daar wil je niet meer naar terug. En dat hoeft ook niet, de pandemie heeft ons geleerd dat veel mensen deels kunnen thuiswerken.”

Duurzame mobiliteit kent voordelen

Van Keerberghen “Onze regio staat aan de vooravond van enorme woningbouw. Er komt een stad zo groot als Utrecht bij. Daarnaast is er een forse hinderopgave omdat veel wegen, bruggen en tunnels in onderhoud gaan. Dan moet je op een andere manier met verkeer en vervoer omgaan. Bewust reizen helpt daar bij. Bovendien kent een andere vorm van mobiliteit ook voordelen. Lopen en fietsen draagt bij aan vitaliteit en thuiswerken biedt voordelen in de werk-prive balans. Mooi is dat onze richtlijn ook besproken is in het Algemeen Bestuur waarin alle burgmeesters zitting hebben. Zij hebben zich uitgesproken om in hun gemeenten ook hiermee aan de slag te gaan. Op die manier wordt het beleid verspreid en daar zijn we natuurlijk best een beetje trots op.”

Braas: “Die samenwerking met alle gemeenten is er om met elkaar meer te bereiken. Dat lijkt een open deur maar de problematiek houdt nu eenmaal niet op bij de gemeentegrens. Er is druk op de ruimte en dan zijn aanpassingen noodzakelijk om het uiteindelijk weer beter leefbaar te maken voor bewoners en ondernemers.”

Delen en ontsluiten van kennis

“We waren de eerste in Nederland die een regionaal mobiliteitsprogramma heeft opgesteld. Andere regio’s komen vaak buurten en kennis halen en daar werken we graag aan mee. Ook in provinciaal verband delen we veel kennis over onze aanpak. Kern is dat we als MRDH niet opleggen aan de gemeenten wat ze moeten doen. Ieder heeft zijn eigen mogelijkheden en infrastructuur waarop het beleid is aangepast. Een stad als Rotterdam kan met het vele ov en al het deelvervoer heel andere keuzes maken dan een kleinere gemeente waar dit veel minder aanwezig is. Die zullen wellicht meer inzetten op e-auto’s, laadinfrastructuur, snelle e-bikes en dergelijke,” zegt Van Keerberghen.

“Onze rol is het ontsluiten van kennis. Duurzaamheid levert veel op: Leefbaarheid, een betere bereikbaarheid en het maakt ruimte vrij in de stad die weer te benutten is. In 2016 na het Klimaatakkoord van Parijs hebben we met de gemeenten al afspraken gemaakt over de reductie van CO₂ met mobiliteit. Daarvoor hebben we een platform ingericht waarop alle maatregelen en resultaten te vinden zijn en dat is ingericht om kennis te delen en samen te werken op kansrijke thema’s.”

Belang van effectmeting

Braas: “Het meten van het effect van onze inspanningen vinden we heel belangrijk. Dan weet je hoe je ervoor staat. In 2016 hadden we als doel gesteld om in 2025 30% CO₂ te besparen. Met alles wat we nog van plan zijn komen we uit op circa 14%. We zetten vooral in op bewustwording. Een paar jaar geleden werd duurzaamheid nog wel eens gezien als een hobby van de happy few of minder vleiend van de “geiten wollen sok”. Maar die mening zie je afnemen. Steeds meer is er de bewustwording dat we met zijn allen aan de slag moeten. Duurzaamheid heeft overal impact op, kan overal een positieve invloed op hebben: People, profit en planet. Onze rol is dat we het gesprek faciliteren en zaken inzichtelijk maken. We zetten het onderwerp op de strategische agenda.”

“Bij mobiliteit gaat het om drie pijlers ofwel de drie V’s: Verminderen van mobiliteit, denk aan thuiswerken. Het Veranderen van mobiliteit, waarbij je overstapt van de auto op de fiets en het Verschonen van de mobiliteit. Op landelijk niveau zie je dat er vooral aandacht is voor het verschonen van de mobiliteit. Maar dat is voor ons echt de derde optie. Door te verminderen en te veranderen hoef je veel minder te investeren in infrastructuur en in ruimtelijke ordening en blijft er meer ruimte over om te leven, te werken en te recreëren. Ook een elektrisch auto neemt ruimte in op straat en veroorzaakt files,” weet Van Keerberghen.

Partnerschap

“Door alles wat we doen is het logisch dat we partner zijn geworden van Duurzame Mobiliteit, zegt Braas. “Binnen het partnerschap kunnen we van elkaar leren, elkaar stimuleren en inspireren om weer nieuwe stappen te zetten. Daar werken we graag aan mee. Het partnerschap richt zich nu vooral op Rotterdam en omgeving maar wat ons betreft zou dat uitgebreid kunnen worden naar de andere gemeenten. Uit metingen blijkt dat 60% van de reizigers binnen onze regio blijft voor het woon-werkverkeer. Daaruit volgt dat het Rotterdamse beleid ook impact heeft op bijvoorbeeld het Westland. Het is aan elkaar gerelateerd. Daarom werken we met elkaar aan een beleid waarin in de regio een goed aanbod komt van metropolitane fietspaden. Dan kan je comfortabel en duurzaam van de ene kern naar de andere fietsen.”