Onderwijs: Waarom geven we niet in de avonduren les?

De verwachting is dat 15% van het onderwijs na het coronatijdperk digitaal blijft plaatsvinden. “De vraag is of wij dat gaan redden”, zegt Ruud van Diemen, onderwijsdirecteur van het ROC Mondriaan Den Haag. “Eigenlijk moet het digitale onderwijs überhaupt een toegevoegde waarde zijn voor het onderwijs. We moeten niet hybride werken omdat het kan, maar omdat het van meerwaarde is in het middelbaar beroepsonderwijs.” En hoe zit het met het vervoer? Een vraag die tegenwoordig dagelijks onderwerp van gesprek is: Hoe zorgen we voor de juiste spreiding in het openbaar vervoer? Draagt hybride werken daaraan bij? We gingen in gesprek met Ruud van Diemen en vroegen hem wat zijn kijk – en die van studenten en docenten – op deze kwestie is.

Flexibiliteit

“Wij hebben tijdens de coronapandemie ongeveer 1500 laptops aangeschaft om studenten in ieder geval de kans te geven om thuis te studeren. Veel studenten uit grote gezinnen hadden namelijk geen eigen laptop thuis. Van de een op andere dag gingen we van ‘normaal’ onderwijs naar digitaal onderwijs”, vertelt Van Diemen. Een grote stap waar veel flexibiliteit voor nodig is vanuit studenten, docenten en het bestuur. “Een aantal klassen konden wij splitsen zodat de ene helft fysiek aanwezig was en de andere helft vanuit huis mee kon doen, mede door de aanschaf van de laptops. Daarnaast hadden we ook een aantal klaslokalen ingericht met computers en beeldschermen. We hebben dus behoorlijk geïnvesteerd in het hybrideonderwijs.”

Rustiger in het OV tijdens coronapandemie

Volgens Van Diemen had het hybrideonderwijs tijdens de coronapandemie zijn voordelen: “Mbo-studenten maken veel gebruik van het openbaar vervoer en wij merkten dat het een stuk rustiger was tijdens corona. Veel studenten zijn onder de 18 en hebben geen eigen auto waardoor ze met het openbaar vervoer komen om hun lessen te volgen. De halve klassen verminderden daardoor de druk op het openbaar vervoer behoorlijk.”

Post-corona situatie

Nu corona langzaam lijkt weg te ebben, neemt de druk op het openbaar vervoer weer toe. ‘Als je met een onderwijskundige blik kijkt is het niet handig om lessen voor studenten van 15, 16 en 17 jaar om half negen te laten starten. “Uit onderzoek is gebleken dat studenten van deze leeftijd beter presteren op een later tijdstip.” Van Diemen vervolgt: “Op de TechCampus van ROC Mondriaan zitten wij momenteel bijvoorbeeld in een stramien van 8 tot 5. Binnen dit stramien is er veel bewegingsruimte, lessen hoeven niet per definitie om 08:30 uur te starten. De meeste lessen worden momenteel in tussen 09:00 en 14:30 uur gepland.” Er wordt dan ook binnen het beroepsonderwijs gespeculeerd: Waarom zouden wij niet meer met de lestijden gaan spelen? Van Diemen lijkt dit een goede oplossing: “Als we de lestijden meer laten aansluiten op de tijden in het bedrijfsleven dan kunnen we ook in de avonduren lesgeven. Dat vind ik dan een echte gamechanger. Of de lessen later laten starten… Dat zou ook echt een onderwijskundig voordeel kunnen zijn. Jongeren van een bepaalde leeftijd presteren nu eenmaal beter op een later tijdstip.” Helaas zitten er ook haken en ogen aan het veranderen van de huidige lestijden gaat van Diemen verder: “Je hebt hierin ook te maken met het maken van roosters, de beschikbaarheid van klaslokalen én de beschikbaarheid van de docenten.”

Van beschikbaarheidsprobleem naar oplossing

De TechCampus van ROC Mondriaan organiseert het onderwijs momenteel rondom de beschikbaarheid van docenten. Op vrijdag zijn er in de middag bijvoorbeeld weinig docenten aanwezig. Van Diemen: “Verschillende schooldirecteuren geven aan dat er op zo’n dag te weinig lokalen beschikbaar zijn, wat volgens hen een capaciteitsprobleem is. Op bepaalde tijdstippen zijn er inderdaad te weinig lokalen beschikbaar. Echter ís dat helemaal geen capaciteitsprobleem, het is een beschikbaarheidsprobleem. De lokalen zitten in de ochtend allemaal vol omdat veel docenten in de middag vrij zijn.” Van Diemen is ervan overtuigd dat dit probleem makkelijk opgelost kan worden. Bij andere onderwijsinstellingen, zoals de horecaopleidingen, gebeurt dat ook al. Daar profiteert het openbaar vervoer dan ook nog van: “Wanneer je onderwijs spreidt over alle dagen van de week of de lestijden meer aan het einde van de dag inplant, hoef je helemaal geen extra gebouwen te huren. Dan zijn er voldoende lokalen beschikbaar. Ons beschikbaarheidsprobleem ligt met name tussen 9 en 14 uur, dan zit alles vol. Na tweeën staat de helft van de lokalen bij wijze van spreken leeg.” Van Diemen is van mening dat de organisatie de lestijden veel beter kan spreiden. “Daarmee heeft het openbaar vervoer het voordeel dat niet iedereen op één moment komt. Op deze manier vindt daar ook een spreiding plaats, een win-win als je het mij vraagt. Zeker nu er ook personeelstekorten in het openbaar vervoer zijn.”

100% vergoeding woon-werkverkeer voor medewerkers

Sinds 1 juli dit jaar is de cao aangepast voor medewerkers op het mbo. Woon-werkverkeer bij reizen met het openbaar vervoer wordt nu helemaal vergoed. “Wij moedigen medewerkers aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer. Niet alleen tijdens dienstreizen maar ook in het kader van woon-werkverkeer. Echter lijkt dit in de praktijk lastiger te realiseren dan gedacht. Sommige van onze locaties zijn goed te bereiken met het openbaar vervoer, andere locaties - zoals de Tinwerf in Den Haag waar ik zelf werkzaam ben - minder. We zijn in gesprek met onze vervoerders hoe we de bereikbaarheid kunnen verbeteren. We kunnen uiteraard niet zomaar een nieuwe trambaan aanleggen. Wel kunnen we onderwijs verplaatsten naar locaties die wél goed te bereiken zijn.” Van Diemen legt uit dat dit ook één van de verbeteringen is waar de organisatie momenteel mee bezig is. “Wij moeten ons afvragen of wij bepaald onderwijs behouden in de regio Den Haag Zuidwest of dat dit ook ergens anders kan plaatsvinden.”

Digitaal onderwijs nog in de kinderschoenen

Ondanks de inmiddels lange periode waarin het digitaal onderwijs momenteel centraal staat, is het voor velen niet zo makkelijk als het lijkt. “Ik zie dat docenten het heel ingewikkeld vinden om digitaal les te geven. Wat is nu de juiste manier om hybride onderwijs te geven en wat is daarvan de toegevoegde waarde? Dat zijn vragen waar we ons momenteel mee bezig houden,” aldus Van Diemen. “Ondanks de coronamaatregelen en dat we onderwijs van de een op andere dag online moesten geven, staat het digitaal lesgeven nog echt in de kinderschoenen.” Wel hoort Van Diemen van verschillende studenten en docenten terug dat ze het digitaal onderwijs erg fijn vinden, het scheelt hen reistijd. Van Diemen: “Mensen hoeven niet meer om 7 uur op te staan en kunnen langer slapen. De docenten en studenten die op zo’n dag wél aanwezig zijn, ervaren weer minder drukte in de tram, de bus en de trein. Er breekt misschien een nieuw tijdperk aan.”